Achtergrond, verhalen en opinie voor sociale professionals
Elke week de nieuwste artikels in je mailbox?
© Sociaal.Net | Disclaimer | Privacy
Studie: Dakloosheid oplossen niet duurder dan mensen op straat laten leven
Lisa Develtere
Geef dakloze mensen toegang tot een stabiele woonst. Vaak wordt die Housing First-aanpak afgedaan als dagdromerij wegens onbetaalbaar. Maar uit nieuw onderzoek blijkt dat het eigenlijk niet meer kost dan het prijskaartje verbonden aan een leven op straat. “We kunnen nu niet langer doen alsof we de cijfers niet kennen.”
© Unsplash / Jon Tyson
Omgekeerde logica
De laatste jaren raken steeds meer onderzoekers, activisten en politici overtuigd van het Housing First-model in de aanpak van dak- en thuisloosheid. Daarbij krijgen mensen eerst een woning. Pas nadien start de begeleiding. Die is bovendien vrijwillig. Net als alle andere huurders, betalen ze huur, maar verder zijn er geen voorwaarden aan gekoppeld, zoals afkicken.
Zo keert Housing First de logica van de klassieke hulpverlening om. Daarbij doorlopen mensen in dak- en thuisloosheid een heel traject, bijvoorbeeld via noodopvang en transitwoningen. Zelfstandig wonen is het beoogde eindstation, maar eerst moeten mensen ‘woonklaar’ zijn.
Harde cijfers
Twee Brusselse bewegingen die strijden tegen dak- en thuisloosheid, Recht op een dak en het Syndicat des Immenses , wilden graag harde cijfers om hun betoog voor Housing First kracht bij te zetten.
‘De kost van dakloosheid ligt tussen 30.000 en 85.000 euro per jaar per persoon. Mensen van straat halen, kost tussen 33.000 tot 70.000 euro.’
Daarom vroegen ze DULBEA , het departement toegepaste economie van de Franstalige universiteit van Brussel (ULB) om voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest enerzijds de kost van het huidige dak- en thuislozenbeleid te becijferen en daarnaast het prijskaartje van herhuisvesting te bepalen. Het onderzoeksrapport kan je hier terugvinden. De samenvatting vind je via deze link .
Wat blijkt? De maatschappelijke kost van dakloosheid ligt vandaag ergens tussen 30.000 en 85.000 euro per jaar per persoon. De kost om mensen van straat te halen, varieert van 33.000 tot 70.000 euro per jaar per persoon. Het gaat dus om een min of meer gelijkaardig kostenplaatje.
Niet onafwendbaar
Laurent d’Ursel is directeur van daklozencentrum Doucheflux en woordvoerder van de initiatiefnemers van de studie. Hij klinkt tevreden tijdens de voorstelling van de resultaten. “Activisten slagen er niet altijd in om te overtuigen. Sterker, we worden weggezet als simplistische idealisten, als dromers. Dankzij deze studie kunnen we de slogans verlaten en naar harde wetenschap wijzen.”
“Thuisloosheid is niet onafwendbaar”, zegt d’Ursel. “Het is een gevolg van politieke beslissingen.” Volgens d’Ursel volstaat het om te geloven dat thuisloosheid een speling van het lot is opdat het dat ook wordt. “Want dan hoef je ook niet het onderste uit de kan te halen om het te voorkomen.”
‘Thuisloosheid is niet onafwendbaar.’
“Wie op dit terrein werkt, weet dat hoe langer iemand thuisloos is, hoe complexer herhuisvesting wordt. En dus ook hoe duurder.” Zo wordt de zogezegde onafwendbaarheid van thuisloosheid volgens d’Ursel een selffulfilling prophecy.
D’Ursel pleit voor een mentaliteitsverschuiving in de aanpak van het probleem. “Dat wil zeggen: inzetten op huisvesting. Voorkomen dat mensen uit huis gezet worden en inzetten op herhuisvesting.” Aan wie beducht is over de kost van herhuisvesting, levert deze studie heel wat tegenargumenten. D’Ursel: “We kunnen nu niet langer doen alsof we de cijfers niet kennen.”
Hoe gingen de onderzoekers tewerk?
DULBEA ging op zoek naar de verschillende maatschappelijke kosten die gepaard gaan met dakloosheid. Rond dak- en thuisloze mensen staan veel diensten: noodopvang, straathoekwerk, centra voor dagopvang, onthaalhuizen, medische diensten, crisisvoorzieningen, voedselhulp. Infrastructuur en medewerkers worden in belangrijke mate betaald met gemeenschapsmiddelen.
‘Wie thuisloos is, werkt doorgaans niet en betaalt dus geen socialezekerheidsbijdragen.’
Daarnaast zijn er kosten verbonden aan diensten die niet specifiek bedoeld zijn voor dak- en thuislozen. Denk bijvoorbeeld aan leefloon, gebruik van gezondheidszorg, politie-interventies, verblijf in de gevangenis, rechtsbijstand of inrichting en onderhoud van de openbare ruimte.
Thuisloosheid gaat ook gepaard met verlies van overheidsontvangsten: wie thuisloos is, werkt doorgaans niet. Hierdoor loopt de overheid socialezekerheidsbijdragen, werkgeversbijdragen en personenbelasting mis. Een laatste kost zijn de verloren levensjaren: dak- en thuislozen leven een pak minder lang dan de modale burger.
Hoeveel kost thuisloosheid per persoon?
Wat kost één nacht nachtopvang per persoon? Hoeveel bedraagt het leefloon per dag? Of wat is de kost van een dag in de gevangenis? DULBEA dook in de cijfers. Op basis van de beschikbare gegevens, berekenden de onderzoekers de prijs van al deze kosten per persoon per dag is (zie tabel). Voor enkele kosten lukte het niet om de eenheidskost te berekenen door een gebrek aan tijd en gegevens: voedselhulp, crisisvoorzieningen, politie-interventies, inrichting en onderhoud van de openbare ruimte, gewestelijk en lokale belastingen en de kosten van verloren levensjaren.
Verdeelsleutel
Niet elke thuisloze persoon maakt gebruik van al deze diensten. En als ze er gebruik van maken, doen ze dat daarom niet elke dag. Sommige mensen gaan naar de noodopvang, anderen niet. En de ene persoon belandt vaker in het ziekenhuis dan de andere. Om dus tot een schatting te komen van de gemiddelde kost per persoon per jaar, moesten de onderzoekers op zoek naar een goede verdeelsleutel. Ze hanteerden daarvoor twee methodes.
Bij de eerste werd gekeken naar de data van de laatste daklozentelling in Brussel. Daarbij werd geregistreerd wie welke diensten gebruikte op het moment van de telling. Op basis van die registratie schatten de onderzoekers de kost op 41.167,78 euro per dakloze persoon per jaar.
‘Niet elke thuisloze persoon maakt gebruik van al deze diensten. En als ze er gebruik van maken, doen ze dat daarom niet elke dag.’
Deze berekening houdt geen rekening met de kosten van dakloze personen die in de gevangenis zitten. De tweede methode doet dat wel. Die is gebaseerd op een studie uit 2016 over Housing First. Daarbij werden verschillende groepen daklozen een periode gevolgd om hun gebruik van diensten na te gaan.
Bij de raming volgens deze tweede methode schommelt de kost per jaar per dakloze persoon tussen 40.000 en 52.000 euro, afhankelijk van hoe intensief ze gebruik maken van de dagcentra. Deze berekening houdt geen rekening met gebruik van OCMW-hulp.
Grote verschillen per persoon
Trajecten van thuisloze personen kunnen heel sterk verschillen, net als de kosten van een leven op straat.
Om die variatie aan kosten voor specifieke groepen beter in beeld te krijgen, creëerden de onderzoekers vier profielen die verschillen op vlak van leeftijd, situatie en psychisch en medisch situatie. Die analyse toont dat kosten kunnen variëren tussen 30.000 tot 85.000 euro per persoon per jaar.
Van straat halen
We hebben nu een idee van hoeveel het kost om op straat te leven. Maar hoeveel kost het om mensen van straat te halen? De onderzoekers komen uit op een bedrag dat schommelt tussen 33.000 en 70.000 euro.
Voor dat bedrag krijgt elke dakloze persoon een vervangingsinkomen, toegang tot een huurwoning en premies waarop hij recht heeft, bijvoorbeeld een sociaal energietarief.
‘Hoeveel kost het nu om mensen effectief van straat te halen? Tussen 33.000 en 70.000 euro.’
De kost varieert afhankelijk van of de mensen sociaal of privé huren, welk vervangingsinkomen ze krijgen en hoeveel ze gebruikmaken van dagdiensten. De onderzoekers berekenden ook het verschil afhankelijk van de begeleiding die de persoon krijgt: geen begeleiding, klassieke begeleiding of Housing First-begeleiding. Vanuit de veronderstelling dat de leefsituatie van de persoon stabiliseert, zal die na verloop van tijd minder gebruik maken van diensten, zoals vastgesteld in eerder onderzoek .
Sociaal of privé huren
Of mensen huren op de sociale dan wel private woonmarkt, maakt een groot verschil in de uiteindelijke kost. Voor wie huurt op de private markt ligt de jaarlijkse kost voor herhuisvesting een kleine 9.000 euro per persoon per jaar hoger. De onderzoekers gaan er namelijk van uit dat mensen een huurtoelage ontvangen dat het verschil met sociale huur volledig bijpast.
Aangezien de gemiddelde huurprijs op de private woonmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk gewest gevoelig hoger ligt dan in Vlaanderen, kunnen we veronderstellen dat die kost in Vlaanderen lager zou zijn.
Kost thuisloosheid is onderschatting
Hoe gedetailleerd de berekeningen ook zijn, de onderzoekers geven zelf aan dat er beperkingen blijven. Verschillende kosten, zoals politie-interventies, crisisopvang of de kost van verloren levensjaren, kunnen niet geraamd worden. Daardoor is de totale kost van thuisloosheid een onderschatting.
‘Krijgt iemand vroeg op de rit hulp, dan is de uiteindelijke kost lager.’
De studie werkt bovendien met gemiddelden voor de kost van gebruik van diensten. Maar eigenlijk weten we dat hoe langer iemand op straat leeft, hoe complexer de problematiek en hoe duurder de uiteindelijke kost van diensten zal zijn.
Op straat leven, brengt schade toe. Krijgt iemand vroeg op de rit hulp, dan is de uiteindelijke kost lager. Dus herhuisvesting bij iemand die maar even dakloos is geweest zal aanzienlijk goedkoper zijn dan voor wie chronisch dakloos is.
Veronderstellingen geven vertekend beeld
Ook enkele veronderstellingen bij de berekening van de kost van herhuisvesting geven een vertekend beeld van de realiteit. Zo gaan de onderzoekers ervan uit dat iedereen recht heeft op een vervangingsinkomen en sociale huisvesting, wat momenteel niet het geval is voor mensen zonder papieren. In Brussel vormen zij een grote groep van de dak- en thuislozen.
De studie veronderstelt ook dat er voldoende goede en duurzame woningen zijn om mensen te herhuisvesten. Nochtans is de wooncrisis in Brussel een prangend probleem en zijn de wachtlijsten voor sociale woningen lang. Er wordt bovendien geen rekening mee gehouden dat mensen hulp kunnen weigeren.
‘De vraag is nu: zet je middelen in om te investeren in een oplossing? Of blijven we voor quasi dezelfde prijs het probleem beheersen?’
Bij het herhuisvestingsscenario dat de onderzoekers uittekenen, krijgt iedereen een vervangingsinkomen. Het huidige leefloon werd daarvoor als basis genomen. Maar dat is, onder meer door de inflatie en de energiecrisis, eigenlijk te laag om de woonsituatie op lange termijn te kunnen volhouden.
Ondanks de beperkingen van het onderzoek, levert het wel een duidelijk beeld van de grote kost van dak- en thuisloosheid. Brussel telde bij haar laatste telling in november 2020 zo’n 5.300 thuisloze mensen. Dit kost een kleine 220 miljoen euro. De vraag is nu: zet je die middelen in om te investeren in een oplossing? Of blijven we voor quasi dezelfde prijs het probleem beheersen?
Nieuwsbrief
Reacties [4].
Hier in Schaarbeek is er al 2 j. een dakloze die we als buurtbewoners hielpen met dekens en voeding, vooral tijdens de vorige strenge winter. Samu social was al bij hem maar hij wil op straat blijven. Er is nu helaas ‘n rattenplaag omdat hij die beesten te eten geeft. Ik heb het al gemeld aan de dienst verdelging van ongedierte maar welk effect heeft dat als hij die beesten blijft voederen ? Is er dan NIEMAND van alle instanties die ik al gecontacteerd heb, die voor een afdoende ,oplossing kan zorgen, waar worden ze dan zo dik voor betaald ?!…
Wat zijn cijfers voor een probleem dat zich al eeuwen afspeelt op wereldvlak, en nog niet is opgelost? Integendeel. Mijn oprechte bewondering en steun voor alle mensen die dagelijks het beste van zichzelf geven, mensen op straat te helpen. Men wijst naar onze overheid, terecht, anderzijds is heel het wereldbeleid de schuldige! Men schuift het probleem door van het ene naar het andere land, en elk land kan zijn eigen bevolking niet meer helpen. Met alle respect voor de oorlogsvluchtelingen e.a. Dus degelijke opvang en begeleiding is ook niet evident meer. Had ik een toverstok, maakte ik alle leegstaande kazernes, huizen en buildings woon en leefbaar. Spijtig genoeg los je het probleem hier niet mee op en krijg je de rijke vastgoed elite tegen Er bestaat nog geen gepaste oplossing, en geld is er niet, “Rijk wordt rijker, arm wordt armer”, en wordt de ondergang en leed voor velen op deze vervloekte wereldbol
Hoe belangrijk en relevant dergelijk onderzoek ook is ( ik spreek uit ervaring*), men mag er geen overtrokken verwachtingen naar hebben, inzake beleidswijzigingen. Omdat: lang niet alle beleid gericht is op het beëindigen van thuisloosheid; de kosten van thuisloosheid zijn erg verdeeld ( lokaal, regionaal, federaal); ze wegen dus niet op het budget van één minister, maar op heel wat budgetten. En t.o.v. van andere grote maatschappelijke uitgaven, zoals de ziekteverzekering of de ouderenzorg, is de kost van thuisloosheid, erg beperkt. Maar uiteraard zou elke investering in het voorkomen of remediëren van thuisloosheid, best wel in de meest effectieve oplossing gebeuren. * zie volgende link : https://www.samvzw.be/ …/191218%20RVB%20Witnota…. De kosten in Vlaanderen, staan in de bijlage van deze nota.
Of het duurder is of niet doet hier duidleijk weinig ter zake, zoals het artikel bewijst. Volgende vraag: Wie krijgt het geld?
Housing first: banken, projectontwikkelaars, huiseigenaren, zelfs bouwvakkers.
Allerlei “services” bieden: overheid, overheidsmedewerkers, sociaal werksters, …
Ah. Wel tot zover de verklaring
We zijn benieuwd naar je mening! Blijf hoffelijk, constructief en respectvol Reactie annuleren
Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels . Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.
Stuur mij een bericht als mijn reactie wordt goedgekeurd.
Ik ga akkoord met het privacybeleid . *
Zeker lezen
‘De psychiatrie tekent je voor het leven’
Stressexpert: ‘Een groeiende groep mensen staat altijd aan’
Een website voor en door jongeren met verstandelijke beperking
Deskundigen uit wetenschap en praktijk over maatschappelijke kwesties
- Auteursrichtlijnen
- Online lezen
Waar staan we in de aanpak van dakloosheid in Nederland?
- Bestaanszekerheid
In vrijwel alle landen van de Europese Unie tekent zich een sterke stijging af van het aantal dak- en thuislozen. In een poging om het tij te keren, heeft de Europese Commissie op 21 juni 2021 een verklaring ondertekend. Daarin beloven de lidstaten dakloosheid te beëindigen. In deze verklaring – de ‘Lisbon declaration to combat homelessness’ – staat dat:
- niemand buiten hoeft te slapen door gebrek aan goede opvang;
- niemand langer dan nodig in de opvang hoeft te verblijven;
- niemand de gevangenis of het ziekenhuis verlaat zonder adequate huisvesting;
- zo min mogelijk mensen uit hun huis gezet worden en niemand uit huis gezet wordt zonder ondersteuning naar een passende huisvesting;
- en dat mensen die dakloos zijn, daar niet om worden gediscrimineerd.
Dat roept de vraag op: waar staan we in Nederland met het terugdringen van dakloosheid? Is daarop de afgelopen decennia vooruitgang geboekt? Aan welke uitdagingen moeten we nog werken?
Geen betrouwbare en eenduidige cijfers
In de Lissabon-declaratie is niet omschreven wie precies tot de daklozen worden gerekend en wie niet. In Nederland is er geregeld discussie over de definitie en afbakening van het begrip dakloosheid. (Inter)nationaal bepleiten onderzoekers en brancheorganisaties het gebruik van de ETHOS-definitie van dakloosheid , zoals gehanteerd door FEANTSA , de Europese koepel van nationale opvangfederaties:
een adequate woning (of ruimte) hebben waarover een persoon en zijn/haar de familie exclusief bezit uitoefent (fysiek domein), de mogelijkheid voor het hebben van privacy en sociale relaties (sociaal domein) en het hebben van een wettelijke titel (wettelijk domein) .
Daarbinnen maakt ETHOS onderscheid tussen dakloosheid, thuisloosheid, instabiele huisvesting en ontoereikende huisvesting. Omdat Nederland geen gebruikmaakt van de ETHOS-definitie, of een andere afbakening, zijn er geen betrouwbare en eenduidige cijfers over hoeveel daklozen er in Nederland zijn.
Buitenslapers en ‘bankslapers’
Volgens het CBS telde Nederland in 2020 36.000 daklozen, in 2018 zelfs 39.000, ten opzichte van 18.000 in 2009. Het CBS richt zich sec op ‘feitelijke dakloosheid’, dat wil zeggen buitenslapers (mensen die in de nacht- of crisisopvang verblijven) en de zogenoemde ‘bankslapers’, die in hun netwerk (tijdelijk) onderdak hebben, al is die groep niet helemaal in beeld. Mensen die in een langer durende opvangsituatie verblijven, zijn niet in de definitie van het CBS opgenomen.
Valente, de branchevereniging voor participatie, begeleiding en veilige opvang, stelt dat er in 2020 ongeveer 64.000 mensen gebruikmaakten van een vorm van opvang of beschermd wonen. Mensen die instabiel gehuisvest zijn (bijvoorbeeld onderhuur, in een recreatiewoning, in een geweldsrelatie), mensen die ongedocumenteerd zijn en een deel van de ‘economisch’ daklozen ontbreken in allebei de tellingen. Hoe groot deze groepen zijn, is moeilijk vast te stellen. Valente gaat eind 2021 uit van een woningtekort van 331.000 in Nederland.
Samenstelling daklozenpopulatie is veranderd
CBS en Valente signaleren een grote toename in het afgelopen decennium, al leek de groei in de afgelopen twee jaar af te vlakken. Over de invloed van corona op het aantal daklozen zijn nog geen precieze cijfers bekend. Er zijn wel signalen dat zowel het aantal feitelijk dakloze personen als het aantal marginaal (instabiel of ontoereikend) gehuisveste mensen is toegenomen.
In Utrecht zijn honderden uitstromers uit opvangvoorzieningen in gemengde woonprojecten gehuisvest
De samenstelling van de daklozenpopulatie is veranderd in het afgelopen decennium, er is een toename van jongeren die dakloos zijn (al lijkt die stijging te stabiliseren), vluchtelingen, arbeidsmigranten en mensen en gezinnen die vooral door materiële problemen dakloos zijn geworden. Tot die laatste groep horen ook mensen en gezinnen die uit het buitenland terugkeren en geen voet meer aan de grond krijgen in Nederland ( G4-USER, 2019 ; RVS, 2020 ).
Dakloosheid als een soort gegeven
Wat hebben we al bereikt? Lange tijd zagen beleidsmakers en andere betrokkenen dakloosheid als een soort ‘gegeven’, inclusief de verloedering die erbij hoort. Midden jaren negentig krijgen beleid, praktijk en onderzoek meer aandacht voor individuele beperkingen van daklozen, zoals alcohol- of drugsverslaving, psychiatrisch ziektebeeld en/of persoonlijkheidsstoornissen of andere problemen. Met het Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang ( Rijksoverheid & G4, 2006 ) werden door nationale en lokale overheden, opvangorganisaties en woningcorporaties stappen gezet om chronische dakloosheid te doorbreken en nieuwe dakloosheid te voorkomen.
Bed, bad, brood en begeleiding
De maatschappelijke opvang richtte zich van oudsher op de drie B’s: bed, bad en brood. Daar kwam een vierde B bij, van begeleiding, inclusief aandacht voor individuele oorzaken en gevolgen van dakloosheid en een hogere kwaliteit van de opvang. Er is vanuit opvangorganisaties meer aandacht gekomen voor voorbereiding op weer zelfstandig wonen en herstel en opbouw van sociale contacten en dagbesteding.
In 2008 is gestart met Housing First door HVO-Querido in Amsterdam, gevolgd door een groeiende groep opvangorganisaties, vanuit de filosofie dat mensen die dakloos zijn vooral eerst (weer) een huis nodig hebben. Vervolgens krijgen zij begeleiding om goed en stabiel te kunnen wonen in dat huis.
Steeds minder huisuitzettingen
De ‘klassieke dakloze’, die op straat in een verwaarloosde staat leefde, zeer kwetsbaar was en tegelijk zorg vermeed, is veelal stabiel gehuisvest, mede dankzij het Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang. Waar in veel andere westerse grote steden daklozen onderdeel bleven van het straatbeeld, was dat in Nederland lange tijd niet meer het geval.
Door de inzet op preventie van dakloosheid zijn er ook steeds minder huisuitzettingen, een belangrijke oorzaak van dakloosheid, door vroegsignalering en samenwerking tussen woningcorporaties, gemeenten en sociaal werk. Ondertussen werkt de Tweede Kamer aan wetgeving om het aantal uithuiszettingen nog verder terug te dringen.
Zachte landing in de wijk
Zorgorganisaties en woningcorporaties ontwikkelen de laatste jaren op steeds meer plekken nieuwe woonvormen ter ondersteuning van een ‘zachte landing in de wijk’. Het zijn complexen en buurtjes waar mensen die met dak- of thuisloosheid te maken hadden, samenleven met ‘reguliere’ huurders en een goede buur voor elkaar proberen te zijn.
In bijvoorbeeld Utrecht zijn inmiddels enkele honderden uitstromers uit opvangvoorzieningen in (permanente) gemengde woonprojecten gehuisvest, zoals in ‘t Groene Sticht , ‘Place 2BU’ , Mixit, Livin en Majella . ( Davelaar et al, 2018, 2020 ).
Overheid heeft meer aandacht voor dakloosheid
De afgelopen vijftien jaar is er dus veel bereikt, maar structurele oorzaken van dakloosheid kregen nog onvoldoende aandacht van beleidsmakers. En het aantal daklozen bleef stijgen. De afgelopen twee jaar zien wij gelukkig weer meer aandacht voor dakloosheid bij de overheid, bijvoorbeeld in het rapport ‘Herstel begint met een huis’ ( RvS, 2020 ) en het programma ‘Iedereen onder een dak’ van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).
Daklozen die niet primair een zorgvraag hebben, vallen grotendeels buiten de boot
Onderzoekers en beleidsmakers noemen verschillende oorzaken voor de gestegen dakloosheidscijfers. Daaronder de nasleep van de (vorige) economische crisis, de afbouw van sociale zekerheid, een tekort aan betaalbare huisvesting en de kostendelersnorm, die het minder aantrekkelijk maakt om (tijdelijk) samen te wonen.
Aandacht voor structurele oorzaken
Het gebrek aan betaalbare huisvesting zorgt er niet alleen voor dat mensen dakloos raken, maar ook dat mensen langer dakloos blijven. Dit verhoogt het risico van hospitalisatie en maakt dat anderen niet in de opvang terechtkunnen. Een deel van de daklozen is al eerder dakloos geweest, heeft een huis gekregen en is opnieuw dakloos geraakt. Daarnaast raken sommigen mensen dakloos door problemen in de geestelijke gezondheidszorg en de jeugdzorg, specifiek in de overgang van 18- naar 18+.
Beleidsmakers, belangenbehartigers en wetenschappers benadrukken het belang van aandacht voor structurele oorzaken van dakloosheid en het belang van (een gebrek aan) bestaanszekerheid als oorzaak van dakloosheid. Vooral voor specifieke doelgroepen zoals mensen met flexibele arbeidscontracten en dito woonovereenkomsten. Ook het tekort aan betaalbare huisvesting en huisvesting als mensenrecht krijgen meer aandacht, al leidt dat in de praktijk nog niet tot veel verandering.
Gemeenten hebben niet genoeg geld en woningen
Dakloosheid was tot voor kort voor beleidsmakers (en veel onderzoekers en professionals) primair een zorgvraagstuk. Nog steeds is het ministerie van Volksgezondheid verantwoordelijk voor de maatschappelijke opvang, niet het ministerie van Sociale Zaken of het ministerie voor Wonen. Ook op gemeentelijk niveau zijn de zorgafdelingen nog vaak de eerst verantwoordelijken voor daklozenbeleid.
Lokale overheden hebben niet genoeg geld en woningen. Ze prioriteren daarom op basis van kwetsbaarheid wie in aanmerking komen voor een traject in de opvang en voorrang op de woningmarkt. Daklozen die niet primair een zorgvraag hebben, vallen grotendeels buiten de boot. Sommigen krijgen kortdurende opvang en begeleiding. Anderen raken door hun dakloosheid verder in de problemen en komen dan soms alsnog in aanmerking voor opvang en begeleiding.
Dweilen met de kraan open in de opvang
De Lissabon-declaratie roept op om een einde te maken aan dakloosheid, maar vooralsnog is het in de opvang dweilen met de kraan open. Al een aantal jaar besteden overheden, organisaties en onderzoekers dan ook veel aandacht aan preventie. Het zoeken is daarbij naar afbakening van de groep op wie preventie zich moet richten.
Hoewel iedereen dakloos kán worden, laat onderzoek zien dat niet iedereen een even grote kans heeft om dakloos te worden ( Van Straaten, 2020 ). Meestal gaat het om een opeenstapeling van maatschappelijke omstandigheden, sociale factoren, persoonlijke kenmerken en simpelweg pech of geluk. Daardoorheen en daarnaast is er een grote groep spoedzoekers, mensen die acuut huisvesting zoeken, maar die niet kunnen vinden. Welk deel daarvan uiteindelijk ‘dakloos’ wordt, is maar beperkt bekend (voor zover een spoedzoeker niet al dreigend of feitelijk dakloos te noemen is).
Definitie bepaalt wie ondersteuning kan krijgen
Door discussies in onderzoek en beleid over ‘de’ definitie van dakloosheid is het moeilijk om de omvang van de doelgroep te bepalen. De definitiediscussie wordt ons inziens vertroebeld, doordat die definitie ook bepaalt wie wel en wie niet aanspraak kan maken op ondersteuning om uit de dakloosheid te geraken en daarmee aan de politieke keuze hoeveel geld er beschikbaar is voor daklozen.
Een bredere definitie van dakloosheid, zoals bijvoorbeeld de ETHOS, betekent ook dat er meer aandacht en geld nodig is van de overheid, terwijl een smallere definitie ook de groep die aanspraak kan maken op ondersteuning verkleint.
Inzetten op preventie is politieke keuze
Discussies tussen onderzoekers, belangenbehartigers en beleidsmakers (onderling en met elkaar) gaan vaak over de reikwijdte van preventie: alleen mensen die bijna dakloos zijn (bijvoorbeeld dreigende uithuiszetting), specifieke deelgroepen (bijvoorbeeld mensen die uit detentie komen). Of is er een bredere ambitie?
Op basis van onderzoek kunnen we een aantal risicogroepen aanwijzen. Tot op zekere hoogte kunnen we ook inschatten hoeveel daarvan dakloos worden, maar uiteindelijk is het een politieke keuze hoeveel er ingezet wordt op preventie. Hoe ver ga je om te voorkomen dat iemand uitvalt, of richt je je vooral op mensen die al (bijna) zijn uitgevallen?
Juist omdat de samenstelling van de groep (potentieel) daklozen zo divers is, is brede preventie al snel héél breed. Dan zou je arbeidsmigratie en asielprocedures moeten verbeteren, de jeugdzorg en de ggz versterken, huisvestings- en woonregels veranderen, inkomensonzekerheid en flexwonen terugdringen, het woningtekort aanpakken en net als ook de klimaatverandering, zodat minder mensen om die reden naar Nederland vluchten.
Andere kijk op het waarborgen van bestaanszekerheid
Voor sommige doelgroepen is beëindiging van dakloosheid mogelijk. Voor bijvoorbeeld de groep met verslavings- en/of ernstige psychiatrische problemen is dat ook zo goed als gerealiseerd.
De instroom van nieuwe groepen en de maatschappelijke structuren (financiële armoede, woningtekort, immigratie, problemen jeugdzorg, bezuinigingen sociaal domein) maken het volgens ons moeilijk om een einde te maken aan dakloosheid, in de brede zin. Althans, als dat alleen gedaan wordt door de organisaties en beleidsmakers die zich nu bezighouden met de opvang en huisvesting van daklozen. Daarvoor zijn ook andere sectoren nodig én bovendien een andere kijk op het waarborgen van bestaanszekerheid.
Schaarste houdt zichzelf in stand
De Lissabon-declaratie bepleit terecht het bieden van minimale bestaanszekerheid (het bieden van bed, bad, brood en, als gewenst, begeleiding) voor iedereen die feitelijk dakloos is. Maar om dakloosheid terug te dringen, is er nog veel meer aandacht nodig voor bestaans(on)zekerheid en bureaucratische uitsluiting, ter voorkoming van (herhaalde) dakloosheid.
In Amsterdam kunnen mensen een kamer huren bij particulieren, zonder dat dat invloed heeft op uitkering of toeslagen
Onderzoeken naar armoedebestrijding laten zien dat schaarste zichzelf in stand houdt. De focus van mensen die in armoede leven is vooral in het hier en nu, met relatief weinig aandacht voor de lange termijn. In het sociaal beleid in het algemeen, en rondom dakloosheid specifiek, zien wij nog veel te weinig terug van deze inzichten in de werking van schaarste.
Kleinschalige opvangvoorzieningen zijn wenselijk
Een belangrijke manier waarop wij als samenleving bestaanszekerheid kunnen bieden aan daklozen, is goede opvang, bij gebrek aan geschikte huisvesting. Ter voorbereiding op permanente huisvesting of een andere volgende stap zijn volgens ons kleinschalige opvangvoorzieningen wenselijk. Daar kunnen daklozen langer blijven en is meer maatwerk mogelijk is.
De laatste jaren bepleiten verschillende onderzoekers het belang van aandacht voor wat daklozen zelf kunnen, om hun autonomie te behouden en hun zelfregie te versterken. Opvangvoorzieningen in zelfbeheer, waar daklozen verantwoordelijk zijn voor en zeggenschap hebben over het reilen en zeilen van de opvang, zijn volledig gericht op het aansluiten bij de eigen regie en eigen kracht van mensen. Maar deze zijn slechts op zeer beperkte schaal actief ( Huber, 2021 ).
Beloftevolle alternatieve woonoplossingen
Het belang van het ontwikkelen van permanente huisvestingsvormen, om duurzaam het aantal daklozen terug te dringen, is evident. Her en der worden beloftevolle alternatieve woonoplossingen ontwikkeld, bijvoorbeeld ‘Onder de pannen’ van de Regenboog in Amsterdam, waar mensen tijdelijk een kamer kunnen huren bij particulieren, zonder dat dat invloed heeft op bijvoorbeeld uitkering of toeslagen. In Purmerend bouwt de gemeente zelf een aantal tijdelijke woonplekken voor spoedzoekers. En in Credohuizen in Limburg wonen kleine groepen jongeren samen in een huiselijke setting.
Tegelijk is er nog veel meer nodig. Dat kunnen zowel reguliere woningen, sobere studio’s, als meer sociale woonvormen zijn, zoals ‘friends’-huizen , gemengde woonvormen, kleinschalige groepswoningen en wooncoöperaties. Deze zijn geschikt voor daklozen die (nog) niet helemaal zelfstandig willen of kunnen wonen of zich juist thuis voelen in een niet-anonieme woonomgeving waarin mensen een goede buur voor elkaar willen zijn.
Frame: dakloosheid primair een individueel probleem
De afgelopen jaren zijn grote stappen gezet, qua kwaliteit van de opvang en begeleiding. De groeiende nadruk daarnaast op zo snel mogelijk stabiele en eigen huisvesting is een zeer positieve ontwikkeling. Tegelijkertijd is er nog steeds te weinig aandacht voor de structurele oorzaken van dakloosheid, met voorop de bestaansonzekerheid en het tekort aan betaalbare woningen.
In beleidsplannen blijft het dominante frame dat dakloosheid primair een individueel probleem is, alleen zij die het meest kwetsbaar zijn, krijgen toegang tot de opvang en hulp bij huisvesting. Er is een minister voor Wonen aangesteld, maar het budget voor dakloosheid is onderdeel van de begroting van VWS. Daarmee is het kwetsbaarheidscriterium om recht op ondersteuning en opvang te bepalen nog steeds geldend. Een verschuiving naar dakloosheid als huisvestingsvraagstuk zien wij maar beperkt.
Moeilijk om goed beleid te maken
De onduidelijkheid over hoeveel daklozen er zijn en welke subgroepen er te onderscheiden zijn, maakt het moeilijk om goed beleid te maken en dat beleid te evalueren. Betrouwbaardere cijfers over dakloosheid aan de hand van de ETHOS-subgroepen zouden volgens ons helpen, al begint dat met de erkenning vanuit de overheid dat ook mensen zonder zorgvraag (dreigend) dakloos kunnen zijn.
Verantwoordelijkheid naar ministerie van Wonen
De ambitie om voor specifieke groepen dakloosheid te beëindigen, is nastrevenswaardig en de bredere aandacht voor bestaanszekerheid en woonzekerheid in het publieke discours, is hoopvol. Tegelijkertijd moeten ook beleidsmakers in aanpalende sectoren aan de slag, bijvoorbeeld als het gaat om de kostendelersnorm en andere regels die samenwonen door volwassen onaantrekkelijk maken. Met deze stappen wordt dakloosheid in de brede zin misschien niet beëindigd, maar worden zowel omvang als ernst ervan teruggedrongen.
Als de overheid serieus werk wil maken van dakloosheid als huisvestingsvraagstuk, zou de verantwoordelijkheid voor dakloosheidsbestrijding en -preventie overgezet moeten worden naar het ministerie voor Wonen. Dat zou dan ook de verantwoordelijkheid moeten nemen voor basale, maar kwalitatief goede opvang voor iedereen die dakloos is, als minimale bestaanszekerheid en opstap naar het grondrecht van huisvesting.
Max Huber is senior onderzoeker bij HVO-Querido, een organisatie voor opvang en begeleid wonen. Lia van Doorn is lector aan de Hogeschool Utrecht. Maarten Davelaar is zelfstandig onderzoeker en tevens verbonden aan de Hogeschool Utrecht. De auteurs bedanken de deelnemers aan het Onderzoeksnetwerk Dakloosheid die input leverden voor deze beschouwing.
Foto: Tony Alter (Flickr Creative Commons)
Ook hier een oproep aan gemeenten om het manifest “Ruimte voor Collectief Wonen” actief te steunen en op te nemen in het woonbeleid. Vanuit Omslag in Eindhoven, het kenniscentrum voor duurzaam wonen en leven, vragen we om dit manifest te steunen en er dus actief mee aan de slag te gaan. Nederland loopt hopeloos achter de feiten aan, als het gaat om collectieve woonvormen.
Daarmee kunnen we ook dakloze mensen voorzien van kleine woonunits, waar door ze van de straat kunnen en langzaam weer iets van hun leven kunnen gaan maken. Experimenten genoeg, maar het beleid is overal anders en er ontbreekt een centrale regie en een verplichting om deze mensen van een woonadres te voorzien. Ook woningcorporaties doen nauwelijks iets voor deze mensen. Collectieve woonvormen maken gebruik van bestaande gebouwen of van gebouwen die voorlopig niet nodig zijn. Dan komt ook de schuldhulpverlening veel sneller op gang en wordt de ellende langzaam kleiner. Een adres is stabiliteit en de ellende van mensen kost ook klauwen met geld.
Heel informatief! En nu maar hopen dat de aanbevelingen worden opgepakt.
De overheid heeft altijd mooie beleidsstukken. Veel mooie woorden, er zijn conventies zoals van Geneve, mensenrechten, de Lissabon declaratie, bla bla. Zelf enkele jaren dakloos geweest onder jeugdzorg, zonder enig perspectief lieten ze je volledig verrekken. Welzijn interesseerde de overheid niets. Na echtscheiding ook dakloos, vluchtelingen gingen voor, werd me verteld ik zwierf acht maanden op straat en vond met moeite een kamertje. Mijn jongste broer is doodgevroren op straat na 22 jaar dakloos zijn. Hoezo een humaan beleid en een ruim hart voor daklozen? Er is geen echt beleid voor daklozen, geen echte sterke organisatie zoals bijvoorbeeld voor vluchtelingen waar het COA onder verantwoording van een ministerie beleid uitvoert (zodat ze naar het buitenland kunnen zeggen: kijk eens hoe goed wij zijn). Een samenleving die vluchtelingen ziet als mensen die een dak boven hun hoofd nodig hebben en die welkom zijn in hun huizen voor opvang, Het beeld van daklozen is dat van onverzorgde verwarde mensen die ‘het wel aan zichzelf te danken hebben’. Geen mens denkt aan huisuitzetting na echtscheiding of verwaarloosd aan je lot overgelaten te worden door jeugdzorg.
Hulp voor daklozen is versnipperd, onduidelijk – er gelden veel regels bijvoorbeeld eerst een bankrekening (zonder adres kun je die niet krijgen) en opmerkelijk is dat welzijn en toekomst van daklozen niet aan de orde is.
Het wordt tijd dat dit hypocriete land de noden van alle mensen serieus gaat nemen en niet alleen veel mooie blabla woorden uitspreekt naar de buitenwereld, maar afgerekend mag worden op behaalde resultaten voor het welzijn van alle inwoners van dit land.
Elke dag aandacht voor de buitenlandse daklozen, al dan niet uit veilige landen, wordt er tot mijn verbazing (enigszins ook boosheid) TOTAAL geen aandacht besteed aan de vele, vele dakloze in NEDERLAND. Het aantal is zelfs verdubbeld. Als ik de daklozen in Nederland zie (let wel Niet !! de Meesten!!) zien zij er armoediger, uitgehongerder uit. Zij wordenn grotendeels door de meederheid vd bevolking genegeerd, er “lijkt” geen geld mee te verdienen. Ik vind dit zeer VERNEDEREND
Na 40 jaar flexwerk (feitelijk slavernij), opgelicht door DEXIA en zodoende te laat aan opbouw van een pensioenvoorziening begonnen, wacht mij ook armoede als ik niet meer in staat ben om te werken.
Deze armoede, voorspel ik, zal mij ook op dakloosheid komen te staan. Met dit vooruitzicht leef ik al zo’n 35 jaar. Er is natuurlijk niet alleen een economische kant aan het verhaal.
Heb ik straks een leven lang overal aan meebetaald, anderen de winsten zien opstrijken, en uiteindelijk nog het nakijken hebben. Over mensenrechten gesproken…
Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *
Mijn naam, e-mail en site bewaren in deze browser voor de volgende keer wanneer ik een reactie plaats.
Gerelateerde artikelen
Hi, what are you looking for?
De meest hilarische foto-bewerkingen van Photoshop-koning James Fridman
Weer 10 mensen met het IQ van een stoeptegel
Reden open The Voice-sollicitatie Waylon verklaard: ‘Hij heeft geldproblemen’
Vrouw koopt schoenen op Marktplaats die ‘paar keer gedragen zijn’: Resultaat valt wat tegen!
Ophef om eisenlijst voor man van dame: ‘Die is voor altijd vrijgezel!’
Nieuw deel in de maak van absolute cult-film American Psycho
B&B Vol Liefde-Suzanne krijgt kritiek op kort rokje: “Dit is voor jonge meiden”
Kijkers exposen Steenrijk Straatarm: Spaanse villa van ‘rijk gezin’ staat gewoon op Booking.com
Steenrijk, Straatarm-deelnemer blijkt oude bekende: ‘Ik betwijfel of ze echt rijk zijn’
‘Gemeen ventje’ in First Dates zet zijn date pijnlijk voor schut: ‘Misselijke beterweter!’
Zo veel geld heeft Saoedi-Arabië tot nu toe al uitgegeven aan het giga-project The Line
Experts waarschuwen voor de opkomst van de ‘XL Bully cat’
Luxe ‘Nightjet-train’ opent binnenkort nieuwe routes vanaf Amsterdam
Experts waarschuwen voor gevaren van inhouden van een ‘windje’
Vrouw klaagt supermarkt aan nadat ze gewond raakt door bloemkool
Dit is hoeveel schulden Peter Gillis heeft! “Miljoenen”
Kritiek op interview Joost Klein bij Eva Jinek “Het is één grote act, hij is niet zichzelf”
Nederlandse inzending Songfestival 2025 bekend?! ’12 points!’
Jade Anna had spijt van voorgevel-vergroting: ‘Niet helemaal wat ik had gehoopt’
Frans Bauer reageert voor het eerst op vreemdgaan-beschuldigingen
Dame is zo druk met haar telefoon dat ze niet merkt dat Justin Timberlake voor haar neus staat
Kijkers Beste Zangers gaan massaal los: “Stuur hén naar Songfestival dan!”
Hitmusical Moulin Rouge! middenin show stilgelegd na slecht nieuws
Dj Darkraver en Outsiders krijgen ruzie live op festival Mysteryland (Video)
Marshalls tijdens GP van Zandvoort hakken erop los op dj Paul Elstak
Rico Verhoeven uitgedaagd door MMA zwaargewicht superster! Glory akkoord!
Beelden van heerlijke solo-actie van keepertje die liever spits was geweest gaan viral
Dave Roelvink daagt Melvin Manhoef uit voor gevecht en het loopt uit de hand
Schaatskoninginnen Joy Beune en Robin Groot doen prachtige duo-shoot
Memphis Depay opnieuw mikpunt van spot in compilatie nadat ook 2e wedstrijd in Brazilië mislukt
Zo (on)gezond is het eten van drop
Een hapje eten tijdens Oktoberfest blijkt onmogelijke opgave
Dit is wat er gebeurt wanneer je alcohol drinkt op een lege maag!
Nederlandse ijsproducent bekend van iconische raketjes en dubbellikkers failliet verklaard
Oplichters verkopen goedkope wijn voor 15.000 euro per fles in bizarre scam
Deze euromunt kan zomaar 720 euro waard zijn
Dit iPhone model is binnenkort onbruikbaar
De goede en de mindere goede specs van de gloednieuwe iPhone 16
RockStar-medewerkers maken einde aan hardnekking GTA VI-gerucht: ‘Nonsens!’
Dit zijn 10 meest effectieve baardtrimmers van 2024
Sociaal experiment waarbij daklozen 7000 euro kregen heeft verbluffende resultaten
Heb je ooit gewonderd wat er zou gebeuren als je daklozen gewoon direct geld gaf? Wel, onderzoekers deden precies dat en de resultaten zijn opmerkelijk. Met 7000 euro kregen mensen zoals Ray en Katherine de kans om hun leven om te draaien, en de impact was groter dan je misschien denkt.
Het sociaal experiment
In een uniek experiment gaven onderzoekers elk 7000 euro aan een groep daklozen. Ja, je leest het goed—zeven duizend euro, geen vragen gesteld. De vraag die iedereen zich stelde was simpel: hoe zouden ze het geld besteden? De voorspellingen waren pessimistisch, maar de realiteit was verrassend anders.
Verwachtingen vs. realiteit
Velen dachten dat het geld verspild zou worden aan snelle geneugten zoals alcohol en sigaretten. Echter, het tegendeel bleek waar. De deelnemers aan het onderzoek, zoals Ray en Katherine, gebruikten het geld voor essentiële zaken: voedsel, kleding, en huur. Sterker nog, velen van hen vonden sneller een stabiele woning en verbeterden hun financiële situatie aanzienlijk.
De echte impact: Meer dan geld alleen
Het geven van geld had niet alleen een direct effect op hun levensstandaard, maar bood ook een psychologische boost. Ray vertelde hoe het geld hem de kans gaf om zijn leven weer op de rails te krijgen en zelfs plannen te maken om anderen te helpen. Katherine gebruikte het geld om niet alleen voor zichzelf maar ook voor haar kat te zorgen, wat haar welzijn significant verbeterde.
Langdurige voordelen en toekomstplannen
Na een jaar was duidelijk dat de deelnemers gemiddeld minder publieke middelen nodig hadden dan de controlegroep, wat resulteerde in een netto besparing voor de samenleving. Dit onderstreept de potentie van directe financiële hulp als een effectieve interventie voor dakloosheid. Onderzoekers roepen nu op tot grotere, breder opgezette experimenten om deze bevindingen verder te verkennen.
Dit experiment toont aan dat direct financiële hulp aan daklozen niet alleen hun onmiddellijke behoeften kan verlichten, maar ook kan leiden tot stabielere levensomstandigheden en verminderde maatschappelijke kosten. Het is een krachtig voorbeeld van hoe een relatief kleine investering een significante impact kan hebben op het leven van mensen. Het verhaal van Ray en Katherine is een bemoedigende herinnering dat soms, een beetje geld precies is wat nodig is om een groot verschil te maken.
Dit is waarom het eerste kind vaak meer verdient dan de rest
You May Also Like
- Contentmarketing
- Customer experience
- Data & insights
- Digital transformation & tech
- Diversiteit
- Effectiviteit
- Gedragsverandering
- Influencer marketing
- Interne communicatie
- Merkstrategie
- Programmatic
- Purpose Marketing
- Reputatiemanagement
- Targeting & segmentatie
Unicef maakt confronterende campagnefilm met 6-jarig dakloos meisje
Sociaal experiment voor #fightunfair: zou jij helpen.
- 29 June 2016
- Jasper Mulder
Er zijn 150 miljoen dakloze kinderen in de wereld. Unicef laat in de campagne #FightUnfair zien met welke stigma’s ze hebben te maken.
Onderdeel is een confronterend sociaal experiment in Georgie waarin een meisje twee keer in dezelfde situatie wordt gebracht. De ene keer als een schattig, keurig aangekleed meisje, daarna overduidelijk als verwaarloosde dakloze. Mooi gekleed krijgt ze alle aandacht en zorg, als dakloze wordt ze volkomen genegeerd, als mensen hun tas tenminste niet wat dichter bij zich schuiven.
De confronterende campagne trekt veel aandacht.
#FightUnfair UNICEF social experiment (Agency edit)
Plaats als eerste een reactie, ook een reactie plaatsen word lid van adformatie.
Mark de Jonge uitgever bij Bindinc
Hij wordt lid van het managementteam en verantwoordelijk voor alle gedrukte televisiegidsen en magazines.
Tristan Albers (GoSpooky): 'Het is mijn missie het beste uit mensen te halen'
Tristan Albers is een naam die steeds vaker opduikt in advertising. Branchevereniging Via benoemde hem onlangs tot Rookie of the Year.
Heineken benoemt Jan Bosselaers als nieuwe marketingdirecteur Nederland
Hij volgt Els Dijkhuizen op die door Heineken wordt benoemd als global director sponsorships communication.
Marjolein Denekamp nieuwe ceo van Roularta Media Nederland
Ze volgt Erwin van Luit op.
Martine Kevelham (oud-Incubeta) nieuwe commercieel directeur van Team5pm
Kevelham moet team5pm verder helpen groeien in binnen- en buitenland.
- Trending DE SLIMSTE MENS
- Celebrities
- Kunst & Literatuur
Eén jaar na ‘Project Axel’: bijna iedereen hervallen in armoede
TV De knorrige, mindervalide Brit Graeme bleek een verloren zaak, maar daklozen Thom, Danny, Dirk en Sahra kregen hun leven door ‘Project Axel’ wél weer op de rails. Eén jaar na het sociaal experiment van Axel Daeseleire zijn alle mannen helaas opnieuw aan lagerwal of compleet onvindbaar. Enkel Sahra (24) heeft nog een dak boven haar hoofd. Én een nieuwe vriend. Dat schrijft Dag Allemaal.
109 reacties
Vorig jaar, vlak voor Kerstmis, sloot ‘Project Axel’ op VIER af met een hoopgevend resultaat. Axel Daeseleire volgde vijf daklozen die hij met 10.000 euro een zetje in de rug had gegeven om hun leven weer op te bouwen. Dirk was met volle moed aan een nieuw leven in Oostende begonnen. Thom en Danny konden aan de slag in de horeca. En Sahra bemachtigde een contract bij dierenspeciaalzaak Maxi Zoo. Ze hadden ook allemaal opnieuw een dak boven hun hoofd. Enkel bij Graeme mislukte Axel in zijn opzet. Aan het einde van ‘Project Axel’ was de mopperende Engelsman zonder benen nog steeds vaste klant bij de Antwerpse nachtopvang Victor 5. Tot ieders frustratie weigerde hij koppig om de papierwinkel te regelen die hem recht gaf op een invaliditeitsuitkering.
Van de aardbodem verdwenen
En helaas, vandaag ziet ook het leven van de andere daklozen er weer minder rooskleurig uit. Thom kreeg zijn ontslag bij taverne Den Uil in Wilrijk omdat hij vaak te laat kwam opdagen. En in restaurant De Peerdestal was er geen plek meer voor Danny toen de vorige chef opnieuw in dienst kwam. De vierde man, Dirk, lijkt dan weer compleet van de aardbodem verdwenen.
De enige die de haar toegeworpen kans ten volle heeft gegrepen, is Sahra. Nochtans heeft ook zij haar job in de dierenwinkel opgegeven. “Zeven maanden geleden, na een overplaatsing naar een ander filiaal”, zegt ze. “Daar viel de sfeer tegen. Bovendien kreeg ik geen fulltime contract. Dat was de druppel. Maar sinds twee maanden verkoop ik als zelfstandig consulente voor LR Health & Beauty parfums, gezondheids- en schoonheidsproducten. Nu is het een bijverdienste, ja. Maar ik wil er mijn hoofdberoep van maken. Mijn inkomsten volstaan net om de eindjes aan elkaar te knopen.”
Wél geslaagd
Bij nachtopvang Victor 5, het OCMW en het productiehuis achter ‘Project Axel’ hebben ze nog altijd contact met enkele deelnemers, zo laten ze weten. Hoewel vier van de vijf mensen die een mooie kans kregen op een beter bestaan nog altijd op straat leven, ervaart VIER ‘Project Axel’ als succesvol. “Wij zijn niet van mening dat we slechts één van hen echt hebben kunnen helpen”, zeggen ze bij de zender. “‘Project Axel’ heeft hen allemaal op een andere manier kunnen ondersteunen. We hebben ook vanuit heel wat verschillende milieus (overheid, hulpinstellingen, vrijwilligers...) reacties gekregen op het programma, van medeleven tot plannen voor concrete acties tegen dakloosheid in Vlaanderen. Ook dat maakte het programma relevant. We hebben ‘Project Axel’ nooit als een alles-of-nietsproject gezien. Daarmee bedoelen we dat we nooit hebben uitgezet dat een dakloze in Vlaanderen met een subsidie van 10.000 euro opnieuw op zijn of haar benen moet staan. Maar het kan wel een eerste voorzichtig begin zijn van een nieuw leven.”
Gratis onbeperkt toegang tot Showbytes? Dat kan!
Ja, ik wil gratis onbeperkt toegang
Resterende karakters 500
Andy Pinxteren
Nikki de ren, guy lavrijssen, lut vanhyfte, robby dobbels.
toon meer reacties
“Dat zou ik zelf nooit zeggen”: Acid geeft ongezouten mening over ‘Sterregem’
Kijk. eerste beelden van ‘de verhulstjes’ gelost, mét nieuwkomers sarah puttemans en hondje joey, jens dendoncker openhartig over zijn epilepsie: “er is een periode geweest dat ik om de 1,5 dag een aanval kreeg”, drama in finse versie van ‘de verraders’: één van de deelnemers in het echt vermoord door ex-vriend, vrouwen in gevangeniswezen uit ‘ooit vrij’ voelen zich veilig in hun job: “ze zouden ons nooit aanvallen als plots cellen opengaan”, feit of fictie: kan je huisbaas zomaar je huurwoning betreden en mag hij op elk moment zijn eigendom controleren, samengestelde intrest: hoe kan dit principe jouw centen meer doen opbrengen, kijk. emma bale is de nieuwkomer in ‘de slimste mens’: “ze is heel jong, maar ook heel slim”, pensioenspaarder deze kosten vallen je erfgenamen ten laste als jij voor je pensioenleeftijd overlijdt, verklapt een emoji wie eekhoorn is en deed vtm een meesterzet met space babe & scooter onze man speurt naar ‘the masked singer’, voormalig ’top gear’-presentator jeremy clarkson ondergaat hartingreep: “ik was bijna dood”.
11:00 PREMIUM Verklapt een emoji wie Eekhoorn is en deed VTM een meesterzet met Space Babe & Scooter? Onze man speurt naar ‘The Masked Singer’
10:02 Koen Wauters nodigde een eenzame Kevin Janssens uit voor kerst: “Warm gebaar waar ik hem nog steeds dankbaar voor ben”
09:06 KIJK. Feniks brengt stomende versie van ‘Crazy In Love’ in ‘The Masked Singer’
08:01 KIJK. Valt ‘Over de oceaan’ letterlijk in het water? “Hebben grootste deel van onze overtocht geen wind”
06:30 “Eerste keer op een vliegtuig, en dat geblinddoekt”: deze BV’s en hun kinderen liften zonder geld in nieuw VTM-programma
Meest gelezen
Peter goossens vervangt nick bril en maakt tv-comeback in ‘celebrity masterchef’: “ik ga de bv’s niet sparen”, jonas uit ‘blind getrouwd’ geeft uitleg bij het douche-incident met britt: “we hadden het beter rustiger aan gedaan”, hoe goed scoor jij op befaamde cafétest van ‘de slimste mens ter wereld’ dit zijn de vragen van erik van looy, “het vat is even af”: janine bischops (82) stopt tijdelijk met ‘familie’, maar haar personage verdwijnt niet uit de soap, kijk. voor het eerst twee ontmaskeringen in één show: bij eekhoorn gokken alle speurders op bekende sportman, meest gedeeld, “dit is toch niet leuk ik kap ermee”: raven van dorst zorgt opnieuw voor chaos en 30 heel bizarre seconden, snowworld skipas, koninklijk museum voor schone kunsten antwerpen (kmska), technopolis, icekart rucphen-breda, winter wonderland - het witte paard.
Bandura’s Bobo Doll Experiment on Social Learning
Saul McLeod, PhD
Editor-in-Chief for Simply Psychology
BSc (Hons) Psychology, MRes, PhD, University of Manchester
Saul McLeod, PhD., is a qualified psychology teacher with over 18 years of experience in further and higher education. He has been published in peer-reviewed journals, including the Journal of Clinical Psychology.
Learn about our Editorial Process
Olivia Guy-Evans, MSc
Associate Editor for Simply Psychology
BSc (Hons) Psychology, MSc Psychology of Education
Olivia Guy-Evans is a writer and associate editor for Simply Psychology. She has previously worked in healthcare and educational sectors.
During the 1960s, Albert Bandura conducted a series of experiments on observational learning , collectively known as the Bobo doll experiments. Two of the experiments are described below:
Bandura (1961) conducted a controlled experiment study to investigate if social behaviors (i.e., aggression) can be acquired by observation and imitation.
Bandura, Ross, and Ross (1961) tested 36 boys and 36 girls from the Stanford University Nursery School aged between 3 to 6 years old.
The researchers pre-tested the children for how aggressive they were by observing the children in the nursery and judged their aggressive behavior on four 5-point rating scales.
It was then possible to match the children in each group so that they had similar levels of aggression in their everyday behavior. The experiment is, therefore, an example of a matched pairs design .
To test the inter-rater reliability of the observers, 51 of the children were rated by two observers independently, and their ratings were compared. These ratings showed a very high-reliability correlation (r = 0.89), which suggested that the observers had a good agreement about the behavior of the children.
A lab experiment was used, in which the independent variable (the type of model) was manipulated in three conditions:
- Aggressive model is shown to 24 children
- Non-aggressive model is shown to 24 children
- No model is shown (control condition) – 24 children
Stage 1: Modeling
In the experimental conditions, children were individually shown into a room containing toys and played with some potato prints and pictures in a corner for 10 minutes while either:
- 24 children (12 boys and 12 girls) watched a male or female model behaving aggressively towards a toy called a “Bobo doll”. The adults attacked the Bobo doll in a distinctive manner – they used a hammer in some cases, and in others threw the doll in the air and shouted “Pow, Boom.”
- Another 24 children (12 boys and 12 girls) were exposed to a non-aggressive model who played in a quiet and subdued manner for 10 minutes (playing with a tinker toy set and ignoring the bobo-doll).
- The final 24 children (12 boys and 12 girls) were used as a control group and not exposed to any model at all.
Stage 2: Aggression Arousal
All the children (including the control group) were subjected to “mild aggression arousal.” Each child was (separately) taken to a room with relatively attractive toys.
As soon as the child started to play with the toys, the experimenter told the child that these were the experimenter’s very best toys and she had decided to reserve them for the other children.
Stage 3: Test for Delayed Imitation
- The next room contained some aggressive toys and some non-aggressive toys. The non-aggressive toys included a tea set, crayons, three bears and plastic farm animals. The aggressive toys included a mallet and peg board, dart guns, and a 3 foot Bobo doll.
- The child was in the room for 20 minutes, and their behavior was observed and rated though a one-way mirror. Observations were made at 5-second intervals, therefore, giving 240 response units for each child.
- Other behaviors that didn’t imitate that of the model were also recorded e.g., punching the Bobo doll on the nose.
- Children who observed the aggressive model made far more imitative aggressive responses than those who were in the non-aggressive or control groups.
- There was more partial and non-imitative aggression among those children who had observed aggressive behavior, although the difference for non-imitative aggression was small.
- The girls in the aggressive model condition also showed more physically aggressive responses if the model was male, but more verbally aggressive responses if the model was female. However, the exception to this general pattern was the observation of how often they punched Bobo, and in this case the effects of gender were reversed.
- Boys were more likely to imitate same-sex models than girls. The evidence for girls imitating same-sex models is not strong.
- Boys imitated more physically aggressive acts than girls. There was little difference in verbal aggression between boys and girls.
Bobo doll experiment demonstrated that children are able to learn social behavior such as aggression through the process of observation learning, through watching the behavior of another person. The findings support Bandura’s (1977) Social Learning Theory .
This study has important implications for the effects of media violence on children.
There are three main advantages of the experimental method .
- Experiments are the only means by which cause and effect can be established. Thus, it could be demonstrated that the model did have an effect on the child’s subsequent behavior because all variables other than the independent variable are controlled.
- It allows for precise control of variables. Many variables were controlled, such as the gender of the model, the time the children observed the model, the behavior of the model, and so on.
- Experiments can be replicated. Standardized procedures and instructions were used, allowing for replicability. In fact, the study has been replicated with slight changes, such as using video, and similar results were found (Bandura, 1963).
Limitations of the procedure include:
- Many psychologists are very critical of laboratory studies of imitation – in particular, because they tend to have low ecological validity. The situation involves the child and an adult model, which is a very limited social situation and there is no interaction between the child and the model at any point; certainly the child has no chance to influence the model in any way.
- Also, the model and the child are strangers. This, of course, is quite unlike “normal” modeling, which often takes place within the family.
- Cumberbatch (1990) found that children who had not played with a Bobo Doll before were five times as likely to imitate the aggressive behavior than those who were familiar with it; he claims that the novelty value of the doll makes it more likely that children will imitate the behavior.
- A further criticism of the study is that the demonstrations are measured almost immediately. With such snapshot studies, we cannot discover if such a single exposure can have long-term effects.
- It is possible to argue that the bobo doll experiment was unethical. For example, there is the problem of whether or not the children suffered any long-term consequences as a result of the study. Although it is unlikely, we can never be certain.
Vicarious Reinforcement Bobo Doll Study
An observer’s behavior can also be affected by the positive or negative consequences of a model’s behavior.
So we not only watch what people do, but we watch what happens when they do things. This is known as vicarious reinforcement. We are more likely to imitate behavior that is rewarded and refrain from behavior that is punished.
Bandura (1965) used a similar experimental set up to the one outlined above to test vicarious reinforcement. The experiment had different consequences for the model’s aggression to the three groups of children.
One group saw the model’s aggression being rewarded (being given sweets and a drink for a “championship performance,” another group saw the model being punished for the aggression (scolded), and the third group saw no specific consequences (control condition).
When allowed to enter the playroom, children in the reward and control conditions imitated more aggressive actions of the model than did the children in the punishment condition.
The children in the model punished group had learned the aggression by observational learning, but did not imitate it because they expected negative consequences.
Reinforcement gained by watching another person is known as vicarious reinforcement.
Bandura, A. (1965). Influence of models” reinforcement contingencies on the acquisition of imitative responses . Journal of personality and social psychology, 1(6) , 589.
Bandura, A., Ross, D. & Ross, S.A. (1961). Transmission of aggression through imitation of aggressive models . Journal of Abnormal and Social Psychology , 63, 575-82.
Bandura, A., Ross, D., & Ross, S. A. (1963). Imitation of film-mediated aggressive models . The Journal of Abnormal and Social Psychology , 66(1), 3.
Bandura, A. (1977). Social Learning Theory . Englewood Cliffs, NJ: Prentice Hall.
Further Information
- Bandura’s Social Learning Theory
- Bobo Doll Study Summary
- BBC Radio 4 Programme: The Bobo Doll
- Bobo Doll Summary PowerPoint
Sociaal experiment
De stem van professionals in de participatiesamenleving
- Participatiesamenleving
- Published: 27 December 2015
- Volume 16 , pages 15–18, ( 2015 )
Cite this article
- Trudie Knijn 1
737 Accesses
Explore all metrics
Samenvatting
De participatiesamenleving is een grootschalig sociaal experiment waarvan niemand de gevolgen overziet. Is dit experiment in het belang van de meest kwetsbare burgers of gaat het ten koste van hen: de hulpbehoevende ouderen, probleemjongeren en hun families, de mensen in de bijstand, de Wajong en de sociale werkvoorziening? Ook professionals in het sociale domein worden direct geconfronteerd met de effecten van de decentralisatie. Tegelijkertijd hoor je hun stem nauwelijks.
This is a preview of subscription content, log in via an institution to check access.
Access this article
Subscribe and save.
- Get 10 units per month
- Download Article/Chapter or eBook
- 1 Unit = 1 Article or 1 Chapter
- Cancel anytime
Price includes VAT (Russian Federation)
Instant access to the full article PDF.
Rent this article via DeepDyve
Institutional subscriptions
Duyvendak, J.W. & Hurenkamp, M. (2004). Kiezen voor de kudde. Lichte gemeenschappen en de nieuwe meerderheid . Amsterdam: Van Gennep.
Google Scholar
Gezondheidsraad (2014). Sociaal werk op solide basis . Den Haag: Gezondheidsraad.
Josten, E. & Boer, A. de (2015). Concurrentie tussen mantelzorg en betaald werk . Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.
Knijn, T. & Selten, P. (2006) The rise of contractualisation in public services. In: J.W. Duyvendak, T. Knijn & M. Kremer Policy, People and the New Professional . Amsterdam: Amsterdam University Press, pp. 19–33.
Osborne, D. & T. Gaebler (1993). Reinventing Government: How the Entrepreneurial Spirit is Transforming the Public Sector . New York: Penguin.
Download references
Author information
Authors and affiliations.
Universiteit Utrecht, Utrecht, The Netherlands
Trudie Knijn
You can also search for this author in PubMed Google Scholar
Additional information
Trudie Knijn is hoogleraar Algemene Sociale Wetenschappen, in het bijzonder Zorg en Welzijn aan de Universiteit Utrecht.
Rights and permissions
Reprints and permissions
About this article
Knijn, T. Sociaal experiment. Maatwerk 16 , 15–18 (2015). https://doi.org/10.1007/s12459-015-0096-1
Download citation
Published : 27 December 2015
Issue Date : December 2015
DOI : https://doi.org/10.1007/s12459-015-0096-1
Share this article
Anyone you share the following link with will be able to read this content:
Sorry, a shareable link is not currently available for this article.
Provided by the Springer Nature SharedIt content-sharing initiative
- Find a journal
- Publish with us
- Track your research
IMAGES
VIDEO
COMMENTS
Dak- en thuisloosheid is een groot en complex probleem. Ook ons land worstelt er mee. Onze hoofdstad telt dubbel zo veel daklozen op tien jaar tijd. Maar ook in landelijke gemeenten zijn er heel wat dak- en thuislozen. Lang niet iedereen slaapt op straat of in de nachtopvang. Sofaslapers, vooral jongeren, logeren tijdelijk bij vrienden of familie.
De dakloze moet eerst een aantal stappen in een opvangcentrum doorlopen vooraleer hij 'woonklaar' is. ... Belgische Housing First-experiment. Het Belgische Housing First-experiment liep van 2014-2016. ... En het vinden van werk en het uitbouwen van een ondersteunend sociaal netwerk blijven belangrijke aandachtspunten.
Op basis van die registratie schatten de onderzoekers de kost op 41.167,78 euro per dakloze persoon per jaar. 'Niet elke thuisloze persoon maakt gebruik van al deze diensten. En als ze er gebruik van maken, doen ze dat daarom niet elke dag.' Deze berekening houdt geen rekening met de kosten van dakloze personen die in de gevangenis zitten.
Ook is één omvangschatting van dé dakloze populatie niet te geven. Een minderheid van de feitelijk daklozen krijgt een zorgindicatie voor de maatschappelijke opvang. ... Op het gebied van werk en opleiding, tijdsbesteding, sociaal netwerk en maatschappelijke participatie is ongeveer de helft van de groep maximaal marginaal zelfredzaam, maar ...
Buitenslapers en 'bankslapers'. Volgens het CBS telde Nederland in 2020 36.000 daklozen, in 2018 zelfs 39.000, ten opzichte van 18.000 in 2009. Het CBS richt zich sec op 'feitelijke dakloosheid', dat wil zeggen buitenslapers (mensen die in de nacht- of crisisopvang verblijven) en de zogenoemde 'bankslapers', die in hun netwerk ...
Een recent sociaal experiment uitgevoerd in twee supermarkten in Antwerpen onthulde niet alleen een diepgaande verandering in het consumentengedrag, maar vertaalde zich ook in tastbare voordelen voor de gemeenschap. Als gevolg van het experiment krijgen bijna 400 daklozen in Antwerpen tijdens de kerstperiode een warme maaltijd. Het experiment testte of een altruïstische benadering, het ...
De 'klassieke dakloze', die op straat in een verwaarloosde staat leefde, zeer kwetsbaar was en tegelijk zorg vermeed, is veelal stabiel gehuisvest, mede dankzij het Plan van Aanpak ...
De gemeente vindt dan ook niet dat de nieuwe dakloze in de maatschappelijke opvang (lang) thuis hoort. De opvang is niet op deze groep toegerust, maar is gericht op mensen die niet meer zelfstandig kunnen functioneren. Er wordt voorzien in zorg en in dagbesteding. Maar de nieuwe dakloze kan meer en moet meer. Blijven ze te lang in de opvang dan ...
Sociaal Bestek - Dakloosheid is de meest vergaande vorm van armoede. ... Dakloze personen zonder OGGz-problematiek en hun ondersteuning (Trimbos 2015). Welkom in het systeem… Jaarbeschouwing (Ombudsman Metropoolregio Amsterdam 2015). G.J. Vonk, 'Kwetsbare verzorgingsstaat', Nederlands Juristenblad (2015) 913.
Het sociaal experiment. In een uniek experiment gaven onderzoekers elk 7000 euro aan een groep daklozen. Ja, je leest het goed—zeven duizend euro, geen vragen gesteld. De vraag die iedereen zich stelde was simpel: hoe zouden ze het geld besteden?
Er zijn 150 miljoen dakloze kinderen in de wereld. Unicef laat in de campagne #FightUnfair zien met welke stigma's ze hebben te maken.. Onderdeel is een confronterend sociaal experiment in Georgie waarin een meisje twee keer in dezelfde situatie wordt gebracht.
In mijn onderzoek naar levensverhalen van dakloze mannen en vrouwen heb ik mijn conclusies geconcentreerd rond het thema actorschap. In de laatmoderniteit wordt een sterk beroep gedaan op de reflexieve capaciteiten van individuen (zie o.a. Giddens, 1991). Zij worden geacht auteur te zijn van het eigen succesvolle leven.
Eén jaar na het sociaal experiment van Axel Daeseleire zijn alle mannen helaas opnieuw aan lagerwal of compleet onvindbaar. ... Als je als dakloze ineens 10.000 euro krijgt kan je perfect een ...
Bobo doll experiment demonstrated that children are able to learn social behavior such as aggression through the process of observation learning, through watching the behavior of another person. The findings support Bandura's (1977) Social Learning Theory. This study has important implications for the effects of media violence on children.
Boeken, documentaires en films zijn er gemaakt over het geesteskind van de Amerikaanse sociaal psycholoog Philip Zimbardo. In augustus 1971 liet Zimbardo tien mannelijke studenten die zich voor een vaag gevangenisonderzoek hadden opgegeven met veel tumult thuis 'arresteren'; elf anderen werden hun bewakers.
Verzoek om medicatie. Polyfarmacie is bij veel dak- en thuislozen een probleem. Ze gebruiken vaak meerdere middelen, waaronder benzodiazepinen en opiaten, en de huisarts moet extreem terughoudend zijn met het voorschrijven van die middelen aan dakloze gebruikers. Patiënten zijn soms geneigd tot manipulatie.
Sociaal Bestek - Het is Finland gelukt om binnen tien jaar langdurige dakloosheid bijna te halveren. Daarmee zijn zij veruit het beste jongetje van de klas. ... Het uitgangspunt bij Housing First is dat als een dakloze een huis krijgt, het regelen van de financiën eenvoudiger wordt: bijvoorbeeld een bijstandsuitkering, al dan niet in ...
Sociaal experiment. Victoria Anastasyadis. Research output: Contribution to journal › Book/Film/Article review › Professional. Overview.
De participatiesamenleving is een grootschalig sociaal experiment waarvan niemand de gevolgen overziet. Is dit experiment in het belang van de meest kwetsbare burgers of gaat het ten koste van hen: de hulpbehoevende ouderen, probleemjongeren en hun families, de mensen in de bijstand, de Wajong en de sociale werkvoorziening?